WAALBED-V

Behandelaspecten bij mensen met dementie en zeer ernstig probleemgedrag: de Waalbed-V studie.

Inleiding
Bij mensen met dementie komt probleemgedrag regelmatig voor. Dit gedrag kan verschillende vormen aannemen, zoals agitatie, agressie, psychose en apathie. Wanneer er sprake is van zeer ernstig probleemgedrag bij dementie (D-zep) kan de persoon met dementie tijdelijk worden opgenomen voor behandeling op een gespecialiseerde D-zep afdeling. De behandeling op deze afdelingen is multidisciplinair en complex. 

Doel
Het doel van dit project is om de huidige toepassing, haalbaarheid en impact van verschillende behandelopties op D-zep afdelingen te onderzoeken. Het project bestaat uit 3 deelonderzoeken, namelijk studies naar het gebruik van psychofarmaca, tentbedden en electroconvulsietherapie.

Methode
De WAALBED-V-studie bestaat uit drie delen:

Deel 1: Psychofarmaca
Mensen met D-zep krijgen regelmatig medicatie voorgeschreven om het gedrag te beïnvloeden. Deze medicatie heeft bijwerkingen, zoals sufheid en een verhoogde kans op vallen. Het is niet bekend hoe psychofarmaca op D-zep afdelingen gebruikt worden. Het doel van deze studie is om de toepassing van psychofarmaca te beschrijven en te exploreren welke factoren de toepassing voorspellen. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van data die reeds verzameld is tijdens de Waalbed-IV studie.

Deel 2: Tentbedden
Bij mensen met D-zep en forse (nachtelijke) onrust wordt soms een tentbed ingezet. Dit is een bed waarbij de zijdes zijn afgedekt met een doorzichtig gaas (zie afbeelding 1). Er zijn tentbedden waar mensen zelfstandig uit kunnen, maar ook bedden die alleen door zorgverleners geopend kunnen worden. De hypothese is dat tentbedden de wereld voor mensen met dementie kleiner en overzichtelijker maken en zo een gevoel van rust geven. Vanuit wetenschappelijk oogpunt is er weinig bekend over het effect en beloop van inzet van tentbedden. Daarom wordt in een cohort studie het gebruik van tentbedden op D-zep afdelingen onderzocht. Daarnaast is het niet bekend hoe vaak en met welke indicatie een tentbed wordt ingezet. Middels een vragenlijst onderzoek onder artsen werkzaam op D-zep afdelingen en onder specialisten ouderengeneeskunde in het algemeen wordt dit onderzocht.

Afbeelding 1. (Bron: www.revalidatie.nl)

Deel 3: Electroconvulsietherapie
Als probleemgedrag van mensen op een D-zep afdeling niet reageert op gebruikelijke behandeling, kiezen behandelaren in overleg met naasten soms voor electroconvulsietherapie (ECT). Dit is een behandeling uit de psychiatrie voor mensen met ernstige depressie of psychose waarbij onder narcose epileptische insulten worden opgewekt. Verschillende studies laten zien dat ECT veilig kan worden toegepast bij mensen met dementie en dat het probleemgedrag kan verminderen. Het is nog niet duidelijk in hoeverre dit ook geldt voor bewoners van D-zep afdelingen. Het is daarnaast niet duidelijk hoe deze behandeling door naasten en zorgverleners ervaren wordt. Deze studie zal het effect observeren op probleemgedrag bij een klein aantal mensen op D-zep afdelingen die behandeld worden met ECT Daarnaast zal met behulp van een vragenlijst worden onderzocht hoe naasten en zorgverleners de behandeling ervaren.

Andere promotoren van dit onderzoek zijn prof. dr. Richard Oude Voshaar (Hoogleraar ouderenpsychiatrie) en prof. dr. Martin Smalbrugge (Hoogleraar ouderengeneeskunde).

Binnen dit onderzoek wordt er samengewerkt met het DZEP Netwerk. Het onderzoek wordt gefinancierd door ZonMw HGOG.

 

Deel deze pagina