EPOS

Modelontwikkeling voor een optimale inzet van de specialist ouderengeneeskunde in de extramurale praktijk in de regio Gelderland-Zuid

Aanleiding EPOS project

Door vergrijzing en overheidsbeleid wonen steeds meer kwetsbare ouderen thuis of in geclusterde woonvormen. Hierdoor is er een toenemende vraag naar de expertise van de specialist ouderengeneeskunde (SO) in de eerste lijn. Deze vraag staat op gespannen voet met het tekort aan SO’s en vraagt dus om een efficiënte extramurale inzet van de SO. 

EPOS Ontwikkeling model (2020-2021)

Daarom werd er tijdens de eerste projectfase een model ontwikkeld voor een extramurale SO praktijk gericht op een optimale inzet van de beschikbare expertise en capaciteit van SOs in de regio Gelderland-Zuid, m.b.v.:

  1. Desk research: selectie ‘best practices’ uit landelijke initiatieven;
  2. Interview studie: vaststellen beïnvloedende factoren en randvoorwaarden;

Groepsdiscussie, vragenlijsten en telefonische interviews leidden vervolgens tot een vertaling van de resultaten van bovenstaande stappen naar een model voor regio Gelderland-Zuid.

Het EPOS model

Consultatiecentrum eerstelijns ouderenzorg met centraal digitaal loket, 

  • waarbij de SO niet solistisch, maar in een multidisciplinair (MD) team met bijvoorbeeld een VS en psycholoog vanuit de intramurale setting wordt ingezet in de eerste lijn. 
  • waarbij de huisarts kan kiezen uit twee werkwijzen bij het inschakelen van ouderenzorg expertise: 
  1. structurele samenwerking met een SO team in een Netwerk kwetsbare ouderen rondom huisartsenpraktijk, of 
  2. verwijzing op consultbasis. 

Het Consultatiecentrum wordt gevormd door een regionaal multidisciplinair consultatieteam bestaande uit: SOs, verpleegkundige zorgprofessionals (zoals Verpleegkundig Specialist, Physician Assistent, wijkverpleegkundige), psychologen, (kader)huisartsen (ouderengeneeskunde), en casemanagers dementie uit verschillende instellingen. 

In de toekomst kunnen ook paramedici (ergotherapeut, diëtist, fysiotherapeut, logopedist) vanuit de intramurale setting worden aangesloten. 

Dit voorlopige model op papier zal in de komende jaren in fases in samenwerking met hulpverleners en bestuurders in de praktijk neergezet worden (zie link eindrapport). De EPOS-2 pilot implementatie is hiertoe de eerste stap.

EPOS pilot implementatie 2022-2023

In de tweede projectfase onderzochten we de toepasbaarheid en meerwaarde van de samenwerking binnen het EPOS model tussen het SO team (SO, verpleegkundige zorgprofessional en psycholoog) en de huisarts(praktijk). Hiervoor werden onderdelen van het model geïmplementeerd door het maken van expliciete werkafspraken tussen SO-teams van 4 grote VVT instellingen en 6 huisartsenpraktijken/ Netwerken kwetsbare ouderen rondom een huisartsenpraktijk. De praktijken hebben geen gebruik kunnen maken van verpleegkundig specialisten en weinig van de expertise van een (GZ-)psycholoog vanwege capaciteitsgebrek. Ondanks vertraging en drukte bij professionals vonden in vijf van de zes praktijken 37 consultaties plaats, gemiddeld 1 per maand. In vier van de actieve vijf praktijken vonden ten minste twee MDO’s plaats.  

Van 30 patiënten uit 4 praktijken zijn gegevens verzameld; 15 (50%) van hen hadden reeds de diagnose dementie of milde cognitieve stoornissen (MCI). De meest voorkomende verwijzing betrof geheugenproblematiek (16 keer). Wanneer er geen SO beschikbaar zou zijn geweest, zouden 19 patiënten naar de geriater zijn verwezen (63%). Slechts acht zouden niet verwezen worden en een zou worden aangemeld als crisisopname voor het verpleeghuis. Hiermee zijn dus naar alle waarschijnlijkheid, belastende onderzoeken voor patiënt en naasten voorkomen en kosten bespaard.

Bij groepsinterviews in vijf netwerken werd ‘Elkaar kennen’  en ‘ laagdrempelige bereikbaarheid’ meermaals genoemd als bevorderende factor voor samenwerking en consultatie. Gestructureerde werkafspraken en verantwoordelijkheid voor de samenwerking werden als belangrijk geïdentificeerd, maar waren nog niet altijd geborgd. Ook werd benoemd door huisartsen en praktijkondersteuners dat de samenwerking met de SO een leereffect ten aanzien van hun eigen kennis en vaardigheden op het gebied van de ouderenzorg.

Toekomst

Eerste ervaringen met de samenwerking zijn dus positief. Kerngroepleden en leden van de projectgroep bemerkten echter tijdens de uitvoering van deze pilot dat, om de veranderingen in samenwerking in de eerstelijn te bewerkstelligen, er ook op organisatorisch niveau betere samenwerking noodzakelijk is. Een belangrijk aspect hierbij is de gedeelde verantwoordelijkheid van de grote VVT instelling voor de extramurale capaciteit voor de regio. Dit heeft nu mede geleid tot een versnelde inrichting en organisatie in de daadwerkelijke opstart van een regionaal consultatiecentrum in de regio Gelderland-Zuid.

EPOS werd gefinancierd door Werkgeversvereniging Zorg en Welzijn (WZW) en Versterking Eerstelijn Zuid-Nederland (VEZN).

De projecten ‘Passende functiemix’ en ‘EPOS’ zijn met elkaar verbonden via een gemeenschappelijk doel: het optimaliseren van de inzet en de interprofessionele samenwerking van de zorgprofessionals in de ouderenzorg, zodat de beperkte beschikbare personele capaciteit optimaal wordt benut. Een ‘Passende functiemix’ intramuraal creëert ruimte voor extramurale inzet van Specialisten Ouderengeneeskunde in EPOS. Beide projecten worden uitgevoerd door het UKON in de regio Gelderland-Zuid.

Kerngroepleden en leden van de projectgroep bemerkten tijdens de uitvoering van deze pilot dat, om de veranderingen in samenwerking in de eerstelijn te bewerkstelligen, er ook op organisatorisch niveau betere samenwerking noodzakelijk is. Dit heeft nu mede geleid tot een versnelde inrichting en organisatie in de daadwerkelijke opstart van een regionaal consultatiecentrum in de regio Gelderland-Zuid.

Bestanden
Eindrapport EPOS Project 20210921 Factsheet EPOS-2
Deel deze pagina